Geloof het of niet, maar ik krijg wel eens de vraag van mensen wat ze moeten doen om een zo lang mogelijke straatnaam naar zich vernoemd te krijgen. En ik leg dat dan natuurlijk graag even aan ze uit. Het antwoord valt in twee delen uiteen: hoe zorg je dat er een straatnaam naar je genoemd wordt en hoe zorg je dat die straatnaam zo lang mogelijk wordt? Ik geef je zeven tips.
1. Zet je in en blink uit.
Een straatnaam krijg je niet zo maar. Om ervoor in aanmerking te komen moet je goed je best doen. Personen waar een straatnaam naar is genoemd, hebben in het algemeen Ă©Ă©n ding gemeen: ze worden herinnerd omdat ze op een positieve manier zijn opgevallen. Dat geldt voor helden (sporthelden, verzetshelden). Dat geldt voor mensen die uitblinken op het gebied van kunst en cultuur (schrijvers, dichters, schilders). Dat geldt ook voor uitblinkers in de wetenschap (professoren, onderzoekers, uitvinders). Dat geldt voor mensen die zich hebben ingezet voor de lokale gemeenschap (bestuurders, dokters, pastoors, schoolmeesters). Het eerste advies is dus: zet je in en blink uit.
2. Ga dood (of trouw een prinses)
Uitblinken dus. Maar er is Ă©Ă©n maar: de meeste gemeentes hanteren de regel dat er alleen straatnamen worden genoemd naar personen die al een tijdje dood zijn. Het is misschien een raar advies maar om je kansen op een eigen straatnaam te vergroten, moet je dus eigenlijk eerst dood. Doe dat wel in de goede volgorde: eerst uitblinken en dan pas doodgaan. Er worden overigens wel uitzonderingen op die regel gemaakt voor leden van het koningshuis en voor sporters die een gouden medaille winnen op de Olympische Spelen. Als je niet kunt wachten tot je dood bent, kun je het beste trouwen met een prinses of flink gaan trainen voor een olympische sport. Als je goed werk doet als burgemeester of twintig jaar wethouder bent, is er trouwens ook nog een klein kansje dat je al bij leven een eigen straatnaam krijgt.
3. Heb een duidelijke naam
Een straatnaam moet eenvoudig te schrijven en makkelijk uit te spreken zijn. Dat geldt dan dus ook voor jouw naam. Als je een ingewikkelde naam hebt, zoals Hacquart, Houellebecq of Wttewaall, is de kans dat je naam gebruikt wordt voor een straatnaam een stuk kleiner. Je bent dus in het voordeel als je gewoon Koenders of Jaspers heet. Merk je dat mensen moeite hebben om je achternaam uit te spreken of te schrijven, dan is dit het moment om die naam te laten wijzigen in iets eenvoudigers. Je kunt er ook voor kiezen om onder een pseudoniem beroemd te worden, liefst een lekker lange.
4. Zoek een goede plaats
Je hebt de meeste kans op een vernoeming in je geboorteplaats of woonplaats. Als er in die plaats al een straat is die lijkt op jouw naam, dan kun je het beste snel verhuizen. Gemeentes houden er namelijk helemaal niet van als straatnamen te veel op elkaar lijken. Dafne Schippers heeft dus geluk dat er in haar geboorteplaats Utrecht nog geen Schippersstraat of -plein is; daarmee is de weg vrij voor een straatnaamvernoeming als ze een gouden olympische medaille haalt.
Met deze tips kun je de kans op een eigen straatnaam vergroten. Maar de vraag was ook nog hoe die straatnaam zo lang mogelijk kan worden.
5. Heb een lange naam
Als je het leuk vindt als er een zo lang mogelijke straatnaam naar je genoemd wordt, dan is het wel handig als je zelf een lange naam hebt. Stel dat een gemeente in een nieuwe wijk straten gaat noemen naar Nederlandse minister-presidenten, dan krijgen Wim Kok en Jo Cals waarschijnlijk een veel kortere straatnaam dan Jan Peter Balkenende. En die legt het op zijn beurt weer af tegen Charles Ruys de Beerenbrouck. Heb je een korte naam? Dan kun je overwegen om te trouwen met iemand die wel een lange achternaam heeft. Bij straten die naar vrouwen genoemd zijn, is er in het verleden vaak voor gekozen om daar ook in de meisjesnaam te gebruiken. Dat helpt natuurlijk ook voor de lengte.
6. Vergaar functies en titels
Alles wat je voor je naam kunt zetten aan functies of titels maakt de naam ook langer. Ik schreef hierboven al dat burgemeesters het voordeel hebben dat de kans wat groter is dat ze tijdens hun leven al vernoemd worden. Daar komt nog eens bij dat straatnamen die naar burgemeesters genoemd worden vaak ook 'Burgemeester' in de straatnaam krijgen. Dat zijn zo weer twaalf letters extra. In de top-10 van langste straatnamen van Nederland staan zeven burgemeesters en een wethouder, en dat zegt eigenlijk al genoeg. Ook een adellijke titel zoals baron of freule kan bijdragen aan de lengte van je straatnaam, en dat geldt ook voor wetenschappelijke titels zoals professor, doctor of ingenieur. Het mooist is natuurlijk om te proberen een aantal functies en titels te combineren. En laat ook duidelijk merken dat je veel waarde hecht aan al die titels, want anders zul je zien dat men na je dood een straatnaam bedenkt zonder al je titels en dan heb je er nog niks aan.
7. Verdien een boulevard
Voorvoegsels kunnen je straatnaam dus langer maken, maar hetzelfde geldt voor achtervoegsels. Het is leuk als men een pad of weg naar je noemt, maar voor de lengte van je straatnaam is het veel fijner als je een plantsoen of boulevard krijgt. Dat zijn namen met iets meer allure, dus daarvoor zul je ook iets meer je best moeten doen. Een kleinere straat is overigens niet altijd slechter, want als het om de lengte van de straatnaam gaat kan er beter een paadje dan een pad naar je genoemd worden. En een dwarsstraat is beter dan een straat. Het is lastig om op een bepaald achtervoegsel te sturen; je moet er maar gewoon het beste van hopen.
Zo, zeven praktische tips om een zo lang mogelijke straatnaam te krijgen. Daar moet het wel mee lukken, lijkt me. Succes! Stuur je me een berichtje als het gelukt is?
Een straatnaam krijg je niet zo maar. Om ervoor in aanmerking te komen moet je goed je best doen. Personen waar een straatnaam naar is genoemd, hebben in het algemeen Ă©Ă©n ding gemeen: ze worden herinnerd omdat ze op een positieve manier zijn opgevallen. Dat geldt voor helden (sporthelden, verzetshelden). Dat geldt voor mensen die uitblinken op het gebied van kunst en cultuur (schrijvers, dichters, schilders). Dat geldt ook voor uitblinkers in de wetenschap (professoren, onderzoekers, uitvinders). Dat geldt voor mensen die zich hebben ingezet voor de lokale gemeenschap (bestuurders, dokters, pastoors, schoolmeesters). Het eerste advies is dus: zet je in en blink uit.
2. Ga dood (of trouw een prinses)
Uitblinken dus. Maar er is Ă©Ă©n maar: de meeste gemeentes hanteren de regel dat er alleen straatnamen worden genoemd naar personen die al een tijdje dood zijn. Het is misschien een raar advies maar om je kansen op een eigen straatnaam te vergroten, moet je dus eigenlijk eerst dood. Doe dat wel in de goede volgorde: eerst uitblinken en dan pas doodgaan. Er worden overigens wel uitzonderingen op die regel gemaakt voor leden van het koningshuis en voor sporters die een gouden medaille winnen op de Olympische Spelen. Als je niet kunt wachten tot je dood bent, kun je het beste trouwen met een prinses of flink gaan trainen voor een olympische sport. Als je goed werk doet als burgemeester of twintig jaar wethouder bent, is er trouwens ook nog een klein kansje dat je al bij leven een eigen straatnaam krijgt.
3. Heb een duidelijke naam
Een straatnaam moet eenvoudig te schrijven en makkelijk uit te spreken zijn. Dat geldt dan dus ook voor jouw naam. Als je een ingewikkelde naam hebt, zoals Hacquart, Houellebecq of Wttewaall, is de kans dat je naam gebruikt wordt voor een straatnaam een stuk kleiner. Je bent dus in het voordeel als je gewoon Koenders of Jaspers heet. Merk je dat mensen moeite hebben om je achternaam uit te spreken of te schrijven, dan is dit het moment om die naam te laten wijzigen in iets eenvoudigers. Je kunt er ook voor kiezen om onder een pseudoniem beroemd te worden, liefst een lekker lange.
4. Zoek een goede plaats
Je hebt de meeste kans op een vernoeming in je geboorteplaats of woonplaats. Als er in die plaats al een straat is die lijkt op jouw naam, dan kun je het beste snel verhuizen. Gemeentes houden er namelijk helemaal niet van als straatnamen te veel op elkaar lijken. Dafne Schippers heeft dus geluk dat er in haar geboorteplaats Utrecht nog geen Schippersstraat of -plein is; daarmee is de weg vrij voor een straatnaamvernoeming als ze een gouden olympische medaille haalt.
Met deze tips kun je de kans op een eigen straatnaam vergroten. Maar de vraag was ook nog hoe die straatnaam zo lang mogelijk kan worden.
5. Heb een lange naam
Als je het leuk vindt als er een zo lang mogelijke straatnaam naar je genoemd wordt, dan is het wel handig als je zelf een lange naam hebt. Stel dat een gemeente in een nieuwe wijk straten gaat noemen naar Nederlandse minister-presidenten, dan krijgen Wim Kok en Jo Cals waarschijnlijk een veel kortere straatnaam dan Jan Peter Balkenende. En die legt het op zijn beurt weer af tegen Charles Ruys de Beerenbrouck. Heb je een korte naam? Dan kun je overwegen om te trouwen met iemand die wel een lange achternaam heeft. Bij straten die naar vrouwen genoemd zijn, is er in het verleden vaak voor gekozen om daar ook in de meisjesnaam te gebruiken. Dat helpt natuurlijk ook voor de lengte.
6. Vergaar functies en titels
Alles wat je voor je naam kunt zetten aan functies of titels maakt de naam ook langer. Ik schreef hierboven al dat burgemeesters het voordeel hebben dat de kans wat groter is dat ze tijdens hun leven al vernoemd worden. Daar komt nog eens bij dat straatnamen die naar burgemeesters genoemd worden vaak ook 'Burgemeester' in de straatnaam krijgen. Dat zijn zo weer twaalf letters extra. In de top-10 van langste straatnamen van Nederland staan zeven burgemeesters en een wethouder, en dat zegt eigenlijk al genoeg. Ook een adellijke titel zoals baron of freule kan bijdragen aan de lengte van je straatnaam, en dat geldt ook voor wetenschappelijke titels zoals professor, doctor of ingenieur. Het mooist is natuurlijk om te proberen een aantal functies en titels te combineren. En laat ook duidelijk merken dat je veel waarde hecht aan al die titels, want anders zul je zien dat men na je dood een straatnaam bedenkt zonder al je titels en dan heb je er nog niks aan.
7. Verdien een boulevard
Voorvoegsels kunnen je straatnaam dus langer maken, maar hetzelfde geldt voor achtervoegsels. Het is leuk als men een pad of weg naar je noemt, maar voor de lengte van je straatnaam is het veel fijner als je een plantsoen of boulevard krijgt. Dat zijn namen met iets meer allure, dus daarvoor zul je ook iets meer je best moeten doen. Een kleinere straat is overigens niet altijd slechter, want als het om de lengte van de straatnaam gaat kan er beter een paadje dan een pad naar je genoemd worden. En een dwarsstraat is beter dan een straat. Het is lastig om op een bepaald achtervoegsel te sturen; je moet er maar gewoon het beste van hopen.
Zo, zeven praktische tips om een zo lang mogelijke straatnaam te krijgen. Daar moet het wel mee lukken, lijkt me. Succes! Stuur je me een berichtje als het gelukt is?
Reacties
In het boek 'De naam van onze straat' over Amsterdamse straatnamen van J.A. Wiersma, 3e druk 1987, Stadsdrukkerij op blz. 209:
'Thérèse Schwartzeplein ... Thérèse Schwartzestraat (Oud-Zuid) Raadsbesluit 22-9-1921; ... Op verzoek van de schilderes Lizzy Ansingh is de voornaam voluit in de naam opgenomen, om te laten uitkomen dat het een vrouw is geweest.'