Heveadorp is een dorp aan de Nederrijn in de gemeente Renkum. Het is een dorp met een bijzondere geschiedenis en die zie je terug in de zestien straatnamen. Op een stuwwal langs de Rijn ontstond aan het begin van de negentiende eeuw het landgoed Duno. Het landgoed werd in 1888 eigendom van Willem Scheffer die zijn geld had verdiend bij de chocoladefabriek van Van Houten. Hij begon er in 1908 modelboerderij Huis ter Aa, als voorbeeld voor toekomstige boeren. Maar het bedrijf was helemaal niet rendabel en dus verkocht hij dit deel van het landgoed in 1914 aan Odo van Vloten, die het op zijn beurt in 1915 al weer doorverkocht aan Dirk Wilhelmi. Die wilde de capaciteit uitbreiden van de rubberfabriek Hevea (die hij een jaar of acht daarvoor met Tonko Meijer in Hoogezand had opgericht) en was daarom op zoek naar een plek voor een nieuwe fabriek. Hij bouwde het boederijcomplex om tot een fabriekscomplex. Om onderdak te kunnen bieden aan het personeel werden rondom de fabriek huizen gebouwd.
Er wordt de laatste jaren nogal wat afgediscussieerd over straatnamen. Er moeten meer straten naar vrouwen genoemd worden. En naar minderheden. De oude zeehelden hadden bloed aan hun handen en moeten hun straatnamen inleveren. Er moeten meer straten naar Pim Fortuyn genoemd worden, of nee juist niet. Van die dingen. In al die discussies is altijd wel iemand die roept dat we de straten voortaan beter gewoon kunnen nummeren. Dat is veel simpeler en dan zijn we van alle problemen af. Maar is dat wel zo? Nee, ik denk van niet. Goede straatnamen helpen mensen om hun weg te vinden in een stad of dorp. Dat komt doordat straatnamen bij een bepaald thema horen, naar bepaalde plekken verwijzen, en iets vertellen over het karakter van een straat of buurt. Dat effect is natuurlijk het sterkst bij mensen die de stad een beetje kennen of er al langer wonen. Zij weten vaak wel waar ze Populierenlaan , Geelgors of Burgemeester de Vrieskade kunnen vinden. Maar ook mensen die een stad niet kennen, hebb