Johan de Witt werd geboren in 1625; dat is dit jaar precies 400 jaar geleden. De Witt was een van de belangrijkste politici uit onze vaderlandse geschiedenis: als leider van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden stond hij aan de basis bij de vorming van ons land. Dan zullen er vast ook heel veel straten naar hem genoemd zijn, zou je denken. Maar op dat gebied blijft hij toch een beetje achter. Tijd voor een deductie.
Eerst maar een geschiedenisles. In 1650 begon na het overlijden van Willem II van Oranje-Nassau het Eerste Stadhouderloze Tijdperk. Willem III werd acht dagen na het overlijden van zijn vader geboren, maar was nog veel te jong om zijn vader op te volgen. Dat bood de staatsgezinde partij - die fel tegenstander was van het stadhouderlijk gezag van de Oranjes - de kans om hun ideaal van de Ware Vrijheid in de praktijk te brengen. Johan de Witt speelde daarbij een belangrijke rol, met zijn broer Cornelis als rechterhand. Johan de Witt was van 1653 tot 1672 raadspensionaris van het gewest Holland en daarmee een van de invloedrijkste politici van dat moment. Cornelis vervulde in die periode allerlei functies; zo was hij ruwaard van het eiland Putten, burgemeester van Dordrecht en voer hij in 1667 mee op het schip van Michiel de Ruyter tijdens de beroemde Tocht naar Chatham. In het Rampjaar 1672 sloeg de stemming om. De Republiek raakte tegelijk in oorlog met Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen. Det leidde tot de bekende uitspraak 'het volk is redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos'. De broers kregen de schuld van alle rampspoed en werden het mikpunt van een enorme haatcampagne. Op 20 augustus 1672 kwamen ze op gruwelijke wijze aan hun einde toen ze in Den Haag door een opgehitste menigte werden gelyncht, verminkt en zelfs deels opgegeten.Johan de Witt was dus een bijzondere belangrijke politicus in een periode van grote voorspoed tijdens de Gouden Eeuw. Omdat ik benieuwd was of je dat ook terugziet in het aantal straatnamen dat in Nederland naar hem genoemd is, heb ik al die straten eens in kaart gebracht. Ik zet wat feiten op een rij:
- Er zijn in Nederland 48 straten genoemd naar Johan de Witt en zeven naar zijn broer Cornelis. Verder zijn er ook twee straten genoemd naar de twee broers tezamen (het Gebroeders de Wittplantsoen in Voorschoten en de Gebrs. de Wittstraat in Heerlen) en nog vijf simpelweg naar 'De Witt' zonder een voornaam. In Sleeuwijk is de Jacob de Wittstraat genoemd naar de vader van de twee broers.
- In de meeste plaatsen op de lijst is alleen een straat naar Johan genoemd. Cornelis is in twee plaatsen als enige vernoemd: in Numansdorp en in Geervliet, waar hij woonde in zijn tijd als ruwaard van Putten. Johan en Cornelis kregen elk een eigen straat in Delft, Wassenaar, Dordrecht (hun geboorteplaats) en Den Haag (de plaats van overlijden).
Het resultaat viel me eigenlijk een beetje tegen. Zelfs als ik alle neutrale 'De Witt'-straten meetel, kom ik tot niet meer dan 55 straten die naar Johan de Witt genoemd zijn. Daarmee scoort hij véél lager dan personen als Rembrandt (220 straten), Thorbecke (160), De Ruijter en Vondel (allebei ca. 150), en bijvoorbeeld ook lager dan buitenlandse politici zoals Kennedy (125) en Churchill (90). Zelfs Newton, Einstein en Marconi hebben meer straatnamen gekregen. Wat zou de reden kunnen zijn dat Johan de Witt zo laag scoort?
Je zou kunnen denken dat De Witt als raadspensionaris van Holland alleen in Hollandse steden vernoemd is. Om dat te onderzoeken heb ik al zijn straten (en die van zijn vader en broer) op de kaart gezet. Daar zie je duidelijk dat het grootste deel van deze straten buiten Holland ligt. (Het is opvallend dat Johan de Witt niet vernoemd is in Amsterdam, een stad met meer dan 5000 straatnamen.)
Komt het misschien doordat raadspensionarissen sowieso niet veel vernoemd zijn? Van een aantal van hen zijn de straatnamen per persoon wel zo ongeveer op de vingers van één hand te tellen. Dat geldt bijvoorbeeld voor Duyck, Ten Hove, Van Hoornbeek, Van der Heim en Buys. Dan doen Adriaan Pauw, Simon van Slingelandt en Anthonie Heinsius het bijvoorbeeld beter met tussen de 25 en de 40 straatnamen, maar zij scoren nog steeds lager dan De Witt. Van alle raadspensionarissen van Holland hebben alleen Jacob Cats en Johan van Oldenbarnevelt met respectievelijk 115 een 77 straten meer vernoemingen op hun naam. Raadspensionarissen zijn in het algemeen dus minder vernoemd dan bijvoorbeeld schilders en zeehelden. Maar Johan de Witt hoeft het daar niet alleen van te hebben want daar waar hij vernoemd is, zijn de straten vaak juist naar politici in ruimere zin vernoemd, zoals premiers, ministers en kamerleden.
Het is ook interessant om te kijken wanneer de straten naar Johan de Witt genoemd zijn. Het is niet makkelijk om van alle straten op te zoeken in welk jaar ze hun naam kregen, maar met wat snel speurwerk heb ik dat van 15 straten gevonden. De oudste ligt in Nijmegen; daar werd de naam Jan de Wittstraat in 1896 vastgesteld (Johan stond in zijn tijd ook als Jan bekend). Aan het begin van de twintigste eeuw volgden er straten in de Hollandse steden Den Haag (1913), Delft (1922), Haarlem (1922), Leiden (1924) en Rotterdam (1929), maar ook in Hilversum (1937). Vaak liggen die straten in buurten waar ook andere raadspensionarissen - of meer in het algemeen: staatslieden - vernoemd zijn, zoals Heinsius en Van Oldebarneveldt. Veel Nederlandse staatsliedenbuurten dateren inderdaad uit die tijd. De periode eind 19e en begin 20e eeuw is ook de periode van de vorming van de natiestaat, waarin voor het eerst straten in hele wijken werden vernoemd naar landelijke helden zoals schrijvers en schilders. Niet geheel toevallig werden er toen ook veel straten genoemd naar de overzeese gebieden in de Oost, de West en Transvaal. De tijd van koningin Emma is ook de tijd dat de Oranjebuurten op opkomst raken. Misschien is het wel logisch dat men toen in nieuwe wijken even geen plekje vond voor de gebroeders De Witt.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een tweede golf met Johan de Wittstraten, met bijvoorbeeld straten in Zeist (1951), Tilburg (1954), Schiedam (1956) en Eindhoven (1964). Ik vermoed dat een belangrijk deel van de overige straatnamen op de lijst ook uit die periode is, maar om dat zeker te weten zou ik daar nog wat dieper in moeten duiken.
Ik heb in de digitale archieven van een paar gemeentes op de lijst gezocht of ik iets kon vinden over de overwegingen om Johan de Witt te vernoemen, maar veel verder dan dat men straten naar staatslieden wilde vernoemen en Johan de Witt niet mocht ontbreken kwam ik daarbij niet. Het is wat lastig en bewerkelijk om bij de andere gemeentes te zoeken waarom Johan de Witt daar juist niet vernoemd is. Als iemand van jullie daar ideeën over heeft, dan hoor ik dat natuurlijk graag.
![]() |
Straten die genoemd zijn naar De Witt |
--
De illustratie bij dit artikel toont 'De bedreigde zwaan' van de schilder Jan Asselijn. De voorstelling op dit schilderij kreeg de allegorische betekenis van Johan de Witt (de zwaan), die Holland (het ei) beschermt tegen de vijanden van de staat (de hond).
Reacties