Doorgaan naar hoofdcontent

Irenestraten - alledaags erfgoed van de wederopbouw

In 2020 verscheen het boek Irenestraten van Leo van den Berg en Madeleine Steigenga. Het boek biedt een tocht langs alle straten die in Nederland naar prinses Irene zijn genoemd - en dat zijn er nogal wat. Het geeft een beschrijving van die straten, maar tegelijk ook achtergronden bij de architectuur van de wederopbouw. Ik heb hier al eens eerder boeken besproken over straten die allemaal naar één persoon genoemd zijn, zoals Mandela en Willem-Alexander. Maar dat waren toch vooral fotoboeken. Voor het boek Irenestraten doken de auteurs veel dieper in het onderwerp en zij kwamen met veel interessants boven.

Er zijn in de loop der tijd allerlei straatnamentrends door ons land getrokken. Aan de straatnamen in een buurt kun je daardoor vaak zien hoe oud die is. Een Oost-Indische buurt is van eind negentiende eeuw, een Transvaalbuurt van rond 1900, een wijk waar de straatnamen op -mos en -kruid eindigen is van rond 1980 en straatnamen zoals Schaap Veronica en Middeleeuwen zijn van na 2000. Oranjebuurten waar straten naar Beatrix, Irene, Margriet en Marijke (of Christina) genoemd zijn, zijn van kort na de Tweede Wereldoorlog. Het was de tijd van de wederopbouw en omdat er een grote woningnood was, werd er flink gebouwd. In de Oranjebuurten liggen de straten voor de vier prinsesjes vaak netjes op een rij. Voor het boek is gekozen voor alle straten, wegen en pleinen die naar prinses Irene genoemd zijn. Dat geeft "een mooie steekproef van de doorsnee van gewone situaties uit de wederopbouw", een steekproef van 392 straten die verspreid over het hele land zijn aangelegd in de periode tussen 1945 tot 1960.

Geschiedenis van de wederopbouwstraat
Het eerste deel van het boek gaat over 'de geschiedenis van de wederopbouwstraat'. Het geeft een mooie beschrijving van de architectuur en stedenbouw in de eerste decennia na de oorlog. De oorlogsschade moest worden weggewerkt en tegelijk groeide de bevolking snel. Die combinatie zorgde voor een enorme woningnood. Er moest dan ook snel en veel worden gebouwd, en dus werd er gezocht naar standaardisatie en praktische oplossingen. Er is in deze periode een duidelijk onderscheid tussen de traditionele stroming (met baksteen en ambachtelijke details, zoals in de Delftse School) en de moderne stroming (met bijvoorbeeld stempelbouw, en met op de gevels vaak een spel van raamvlakken en metselwerk). Het boek beschrijft de stromingen, vertelt over de belangrijkste architecten die hun bijdragen leverden, en gaat in op de rol van de overheid en het onderwijs. Daarbij wordt steeds verwezen naar plaatsen waar je in de Irenestraat voorbeelden van het beschrevene kunt zien. Het leerde me veel, en het gaf tegelijk ook veel herkenning. Aan het eind van het eerste deel wordt ook vooruitgekeken naar de toekomst van de Irenestraten. Woningen in de wederopbouwstraten zijn vaak van wat mindere bouwkwaliteit en ze voldoen in het algemeen ook minder aan de moderne duurzaamheidseisen. Het lijkt onvermijdelijk dat deze straten een transformatie ondergaan. Op een aantal plekken worden de rijtjeshuizen en flatgebouwen in de Irenestraten gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. 

Irenestraten in woord en beeld
In het tweede deel volgt een uitgebreide analyse van alle Irenestraten. Zo blijkt dat verreweg de meeste straten die naar Irene genoemd zijn simpelweg Irenestraat of Prinses Irenestraat heet. Er zijn ook veel -lanen, en dan nog een enkele plekken met andere achtervoegsels zoals -plantsoen, -hof of -singel. In grafieken en teksten laat het boek allerlei feiten en achtergronden zien, zoals wanneer de straten zijn aangelegd, wat voor woningen er staan, wat het straatprofiel is, welke bomen er groeien en of er ook speelruimtes zijn. Deze gegevens zijn verzameld en geordend door Leo van den Berg die in een periode van ruim tien jaar alle straten persoonlijk bezocht. En nou komt het mooie: hij heeft bij zijn rondgang ook alle straten gefotografeerd. Een groot deel van het boek bestaat uit een beeldverslag met een of twee foto's van elke straat. Daarin komt het verhaal uit het eerste deel tot leven. Je ziet de standaardisatie terug - een deel van de foto's uit verschillende plaatsen had waarschijnlijk verwisseld kunnen worden zonder dat iemand het zou merken. Maar gelukkig zie je in het rijke aanbod ook makkelijk de verschillen in ontwerp, detaillering en bebouwing.

De twee delen van het boek zijn gelardeerd met portretten van bewoners van Irenestraten en een aantal terzijdes die aanhaken bij de thema's uit het boek. 

De schrijvers noemen het boek een pleidooi voor een zorgvuldige omgang met het alledaagse erfgoed van de wederopbouw. Ik weet niet of het pleidooi sterk genoeg is om dat erfgoed te behouden. Maar het laat in ieder geval de schoonheid en het bijzondere van het alledaagse zien, en daar houd ik wel van.



Irenestraten - Alledaags erfgoed van de wederopbouw
Leo van den Berg, Madeleine Steigenga
Uitgeverij Blauwdruk


Reacties

Anoniem zei…
Ik ga het bekijken!
Anoniem zei…
wat bijzonder dat er over één straatnaam zoveel te vertellen is

Populaire posts van deze blog

Wat is de echte Monopoly-stad van Nederland? En waar ligt Ons Dorp?

Een tijd geleden heb ik al eens uitgelegd wie de straatnamen heeft gekozen voor het Nederlandse Monopoly-spel. De Nederlandse editie van het spel was de eerste waarin straatnamen uit verschillende steden werden gebruikt. Dus vroeg ik me af: is er misschien toch één stad te vinden die al die straatnamen heeft? Dan zouden ze daar mooi hun geheel eigen editie van het spel kunnen maken. Tijdens die zoektocht diende nog een tweede vraag zich aan: waar ligt Ons Dorp? Laten we eerst eens even kijken hoe bijzonder die straatnamen uit het Monopoly-spel eigenlijk zijn. In de top-10 met straatnamen die in het Nederland het meest voorkomen, staat één straat uit Monopoly: de Dorpsstraat . Die komt in Nederland 315 keer voor, van Aalsmeer tot Zwolle. De Brink komt 67 keer voor, van Almelo tot Zuidwolde. Op 43 plaatsen ligt een Steenstraat , van Alphen aan den Rijn tot in Zwolle. Dan komen we bij een bijzonder geval: de Houtstraat komt 32 keer voor in Nederland (van Almere tot Wolvega), maar vreemd

Wie heeft de straatnamen van Monopoly gekozen?

De Barteljorisstraat, Neude, A-Kerkhof en de Kalverstraat. Iedereen kent de straatnamen uit het Monopoly-spel. Maar waarom hebben nou juist deze straatnamen een plekje in het spel gekregen? Waarom heeft men uit Rotterdam niet de Weena of de Lijnbaan gekozen, en voor Amsterdam de P.C. Hooftstraat? En waarom zitten Haarlem en Arnhem er wel in, en Maastricht en Eindhoven niet? Wie heeft dat allemaal bedacht? Voor de geschiedenis van het spel gaan we even helemaal terug naar 1904. Elizabeth Magie vroeg toen patent aan op het bordspel ' The Landlord's Game '. Geïnspireerd door dat spel liet Charles Darrow in 1934 in eigen beheer 5000 exemplaren van het spel 'Monopoly' maken en die waren binnen een jaar verkocht. Toen toonde Parker Brothers interesse om het spel in de Verenigde Staten uit te geven. Zij verkochten binnen een jaar meer dan een miljoen exemplaren. De populariteit van het spel bleef niet onopgemerkt en de Engelse firma Waddington kocht in 1936 de rechten o

Wat is in Nederland de langste straat met één naam?

De Oudebildtdijk in de Friese gemeente Het Bildt wordt vaak de langste straat van Nederland genoemd. De straat loopt van Westhoek naar Oudebildtzijl en is volgens Google Maps in totaal 12,1 kilometer lang. Dat is best een eind inderdaad. Maar is het daarmee inderdaad de langste straat van Nederland? En meer specifiek: de langste straat die van begin tot eind dezelfde straatnaam heeft? Ik zal het maar meteen verklappen: dat is dus niet. Als je gaat zoeken naar 'langste straat van Nederland' kom je allerlei straatnamen tegen. Ik zag dat ergens iemand de Voorstraat in Dordrecht noemde, maar die is 'slechts' 1.200 meter en daarmee met afstand niet de langste. De Laan van Meerdervoort in Den Haag wordt ook vaak genoemd, maar die is met een lengte van 5.800 meter ook zeker niet de langste straat van Nederland. Hier en daar lijkt men dat door te hebben, want daar noemt men het specifiek de langste láán van Nederland. Ik vind gemakkelijke een paar straten die een stuk la

Op hoerenjacht met drie groene eikels en een vette knol - de bijzondere straatnamen van Enkhuizen

In lijstjes met bijzondere of vreemde straatnamen kom je vaak dezelfde namen tegen. De Dubbeleworststeeg in Amsterdam bijvoorbeeld, of de Eendekotsweg in Gapinge. Opvallend is dat er in die lijstjes altijd wel één of meer straatnamen uit Enkhuizen staan, zoals de Hoerejacht of Tussen Hel en Vagevuur . Hoe komt Enkhuizen aan die bijzondere straatnamen? Enkhuizen is een eeuwenoud stadje. Zeshonderd jaar geleden was het een haven- en vissersdorp aan de Zuiderzee. In 1356 kreeg het stadsrechten. Aan het eind van de middeleeuwen werden er havens gegraven en men legde vestingwerken aan. Dat leidde tot een bloeitijd in de zeventiende eeuw: Enkhuizen had toen een eigen kamer van de VOC en het had de grootste haringvloot van de Nederlanden. In die tijd ontstonden straatnamen nog in de volksmond; straten werden genoemd naar een opvallend kenmerk zoals een groot gebouw, de handel die er werd gedreven of een afbeelding op een uithangbord. De Breedstraat was gewoon een opvallend 'breede&#