Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Het zijn niet allemaal pareltjes - over de straten van Vermeer

Van Johannes Vermeer zijn 37 schilderijen bekend en daarvan is op dit moment een groot deel te zien in het Rijksmuseum. In Nederland zijn 162 straten en pleinen naar hem genoemd. Dat zijn meer dan vier straten per schilderij. Dat doet hij dus helemaal niet slecht, straatnaamsgewijs. Ik meen dat alleen Rembrandt van Rijn en Frans Hals meer straten hebben in Nederland. Daar waar de schilderwerken van Vermeer internationaal tot de top worden gerekend, zijn de meeste van de naar hem genoemde straten echter nogal, ehhh... middle of the road . Van die 162 straten heet het gros  Johannes Vermeerstraat , Jan Vermeerstraat of gewoon Vermeerstraat . Nou vooruit tussen al die saaie straten met gewone namen zit wel één pareltje: in Schoondijke hebben ze in de schildersbuurt een Straatje van Vermeer . Dat is toch veel leuker dan nóg een Vermeerstraat . Ik heb de straten van Vermeer niet allemaal bezocht, maar ze liggen vrijwel allemaal ergens anoniem in een schilderswijk. Sta je ergens in Nederlan
Recente posts

Een overzicht van 2022 in zestien straatnamen

Wat was er in 2022 allemaal in het nieuws? Ik maakte een jaaroverzicht in zestien straatnamen. Ik heb ook nog vier afvallers van de longlist die de de laatste zestien net  niet gehaald hebben:

Anna van der Aar de Sterke - over een vergeten vrouwe

Anna van der Aar de Sterke - wie herinnert zich haar nog? De Delftse jonkvrouwe richtte in 1782 een vrouwelijk dichtgenootschap op, in een tijd dat dichten in verenigingsverband nog echt een mannending was. Ze was wel lid van een paar van die mannelijke genootschappen, maar als vrouw mocht ze niet deelnemen aan de voorleesavonden. En dus besloot ze - geheel tegen de gewoonte van die tijd in - om dan maar zelf een club voor vrouwen op te richten. " Wat genoegen, hartvriendinne! Heden is het reeds twee jaar, dat we in ongestoorde vriendschap weeklyks komen bij elkaar ", zo dichtte ze in 1784. Nee, de dichtwerken van het genootschap waren  niet zo verheven en  nog erg prozaïsch. In februari 2021 was Anna ineens volop in het nieuws nadat de Leidse literatuurstudente Evi Dijcks het vergeten vrouwengenootschap had herontdekt. En zoals dat wel vaker gaat, werd er her en der meteen geroepen dat de jonkvrouwe wel een straatnaam in Delft verdient. Een paar maanden later hoor je daar n

Welke snelwegafrit heeft de meest bijzondere verzameling plaatsnamen?

Op de blauwe borden bij afritten van Nederlandse snelwegen staan soms prachtige plaatsnamen. Op sociale media heb ik al vaker fijne discussies langs zien komen waarin mensen tegen elkaar opbieden over welk bord de mooiste namen bevat. Elke keer worden daar weer andere afritten genoemd. Blijkbaar is er veel keus. Op welk bord staan nou de meest bijzondere namen bij elkaar? Dat heb ik met hulp van een grote groep twitteraars uitgezocht. Uit alle Nederlandse afritten hebben we er eerst zestien gekozen die vaak in discussies - online of in het echt - genoemd worden. Daarbij moesten er helaas al wat mooie afvallen, zoals Muiden/Weesp, Waspik/Raamsdonk/'s-Gravenmoer, Franeker/Sexbierum/Dongjum, Rijssen/Goor/Enter, Susteren/Maaseik/Roosteren, Roelofarendsveen/Rijpwetering en Medemblik/Lambertschaag/Twisk/Opperdoes.  De zestien geselecteerde afritten liggen verspreid over het hele land, maar opvallend genoeg zat er geen afrit uit de Randstad bij. Blijkbaar spreken afritten zoals Hoofddorp/

Een fietspad voor een wielrenkampioen - over het Annemiek van Vleutenpad in Vleuten

Tijdens het WK Wielrennen in Wollongong werd Annemiek van Vleuten wereldkampioen. Het was de bekroning van een prachtig sportjaar waarin ze eerder ook al de Giro, de Tour en de Vuelta had gewonnen. Het was voor raadslid Cees Bos van Stadsbelang Utrecht reden voor een oproep om nou eindelijk eens een straat in Utrecht naar Van Vleuten te noemen. Zo'n grote sportvrouw - in 1982 geboren in Vleuten (gemeente Utrecht) - verdient toch een mooie straat in de stad? Wat het raadslid niet wist, is dat eerder dit jaar al een pad in Vleuten naar Annemiek van Vleuten is genoemd. In juli 2021 had Stadsbelang Utrecht samen met de VVD ook al opgeroepen om een pad naar Van Vleuten te noemen. Ze had toen net een gouden en een zilveren medaille gewonnen op de Olympische Spelen in Tokio. Het college van B&W reageerde daarop wat terughoudend dat ze eerst eens advies wilden inwinnen. Op zich verrassend, want eerder werden in Utrecht ook al de sporters Anton Geesink, Jochem Uytdehaage, Dafne Schippe

De schoonheid van Schoonheide - over straatnamen die compleet aan de fantasie ontsproten zijn

Er zijn genoeg mensen, dieren en dingen om duizenden straten naar te noemen. Toch kiezen gemeentes er weleens voor om zelf iets te verzinnen waar ze straten naar kunnen noemen. Plantjes bijvoorbeeld, of kastelen. Ik ontdekte dat toen iemand me vroeg naar de herkomst van de straatnaam Troostheide in Rotterdam. Want bestaat er eigenlijk wel troostheide? In de Rotterdamse wijk Ommoord zijn de straten eind jaren '70 genoemd naar kruiden, grassen en heides. In de heidebuurt liggen straten met namen zoals Lavendelheide , Struikheide , Dopheide en Kraaiheide . Die heidesoorten komen het meest voor in Nederlandse straatnamen. Andere straten heten er  Boomheide , Rotsheide , Sneeuwheide en Winterheide , en die hebben stuk voor stuk in Nederland ook een handvol vernoemingen. Volgens het Stadsarchief zijn straten zoals Berkheide , Daalheide en Troostheide ook allemaal naar heidesoorten genoemd, maar deze soorten vind ik in mijn oude Heidegids niet terug. Ze zijn in Nederland ook allemaal maar

Over Heveadorp - een dorp met zestien straatnamen en een bijzondere geschiedenis

Heveadorp is een dorp aan de Nederrijn in de gemeente Renkum. Het is een dorp met een bijzondere geschiedenis en die zie je terug in de zestien straatnamen.  Op een stuwwal langs de Rijn ontstond aan het begin van de negentiende eeuw het landgoed Duno. Het landgoed werd in 1888 eigendom van Willem Scheffer die zijn geld had verdiend bij de chocoladefabriek van Van Houten. Hij begon er in 1908 modelboerderij Huis ter Aa, als voorbeeld voor toekomstige boeren. Maar het bedrijf was helemaal niet rendabel en dus verkocht hij dit deel van het landgoed in 1914 aan Odo van Vloten, die het op zijn beurt in 1915 al weer doorverkocht aan Dirk Wilhelmi. Die wilde de capaciteit uitbreiden van de rubberfabriek Hevea (die hij een jaar of acht daarvoor met Tonko Meijer in Hoogezand had opgericht) en was daarom op zoek naar een plek voor een nieuwe fabriek. Hij bouwde het boederijcomplex om tot een fabriekscomplex. Om onderdak te kunnen bieden aan het personeel werden rondom de fabriek huizen gebouwd.