Doorgaan naar hoofdcontent

De ene Zeedijk is de andere niet - over zeedijken ver van zee

Op een fietstocht door de Bommelerwaard kun je zo maar ineens op de Zeedijk terechtkomen. De Bommelerwaard is het is het gebied tussen de Waal, de Maas en de Afgedamde Maas - een riviereiland dus. Wat doet die Zeedijk daar?

Er zijn in Nederland ongeveer 60 straten die Zeedijk heten en ook nog eens ongeveer zo veel met een variant daarop zoals Westerzeedijk, Oude Zeedijk of Noordzeedijk. De meeste van al die Zeedijken liggen zoals je mag verwachten aan zee, of anders in ieder geval op een plek waar men ooit de dreiging van het wassende zeewater kon voelen. Bedenk daarbij dat het IJsselmeer ooit nog een zee was en dat de Deltawerken nog niet bestonden dus dat feitelijk heel Zeeland aan zee lag. Ik heb alle Nederlandse Zeedijken eens op de kaart gezet en dan zie je dat duidelijk terug. Maar waarom liggen er ook Zeedijken in Haaksbergen en in de omgeving van Zaltbommel, op plekken ver van zee? En hoe komen Amsterdam en Utrecht aan hun Zeedijk?

Eerst even iets over die stedelijke Zeedijken. De Amsterdamse Zeedijk ligt in het centrum van de stad. Dat klinkt niet echt als een plek waar je mensen tegen de zee moet beschermen. De dijk is echter al aangelegd in de dertiende eeuw en diende toen toch echt om de bewoners te beschermen tegen het wilde water van het IJ en de Zuiderzee. Hoewel de huidige ligging misschien anders doet vermoeden, was het dus echt een zeedijk. Veel straten in de historische binnenstad van Amsterdam hebben in de loop der eeuwen verschillende namen gehad, maar deze zeedijk heeft al die tijd alleen maar Zeedijk geheten. Andere straten - zoals de Nieuwe Vaart, Hoogte Kadijk en Sint Antoniesbreestraat - werden ergens in de afgelopen eeuwen ook wel een tijdje als (Nieuwe) Zeedijk aangeduid.

In Utrecht ligt de Zeedijk net buiten de oude binnenstad langs de Vecht. Die straat komt in een akte uit 1371 voor het eerst voor als Westzide des waters. Voor het noordelijke gedeelte wordt vanaf 1750 ook wel de naam Zeedijk gebruikt, en vijftig jaar later was dat de enige naam die nog gebruikt werd. Volgens Erik Tigelaar - lange tijd lid van de Utrechtse straatnaamcommissie - is het niet duidelijk waarom men die naam ging gebruiken. Misschien speelde mee dat de Vecht in verbinding stond met de Zuiderzee. De Zeedijk was de plek waarvandaan een scheepvaart verbinding met Amsterdam werd onderhouden, dus het zou ook kunnen dat de naam van de Utrechtse Zeedijk geïnspireerd is op die in Amsterdam.

Aan de zuidrand van Culemborg ligt op de grens met de gemeente West-Betuwe ook een straat die Zeedijk heet. De weg ligt iets hoger dan het grasland ernaast en er loopt een kanaal langs. Het oogt wel als een dijk maar in de Betuwe is de zee ver weg. Volgens de oudheidkundige vereniging Voet van Oudheusden heeft de naam dan ook niks te maken met de zee maar is Zeedijk hier een verbastering van 'zijdijk'. De dijk is ooit aangelegd bij de ontginning van de laaggelegen komgronden. De afwatering van de polder liep via de rivier de Meer en de Bisschopsgraaf en kwam uit in de Linge. In de directe omgeving liggen wel meer straten met dijknamen, zoals de Hennisdijk, de Haardijk en de Burensedijk.

In Haaksbergen ligt de Zeedijk net als in Amsterdam aan de rand van het oude centrum. Haaksbergen ligt in Twente, tegen de Duitse grens. Dat is best een eind verwijderd van de zee. Uit de informatie van de Historische Kring Haaksbergen begrijp ik dat ze niet veel weten over de geschiedenis van deze dijk. Men wist me te vertellen dat de weg over de dijk vroeger Zuiderdiek heette en men vermoedt dat Zeedijk daar een verbastering van is.

En dan de Bommelerwaard waar ik dit verhaal mee begon. Daar loopt de Zeedijk dwars op de Waaldijk door achtereenvolgens Zuilichem, Gameren, Aalst en Delwijnen. En acht kilometer naar het oosten ligt nóg een Zeedijk bij Hedel. Net als bij Culemborg zie je ook in deze polder meerdere dijken en afwateringskanalen. En twee Zeedijken. Hier is dat een verbastering van 'zeegdijk'. Dat is een oude naam voor de dijkjes die men aan het eind van de middeleeuwen haaks op de rivier aanlegde. Een afwateringskanaal dat water afvoerde naar een rivier noemde men vroeger zeeg. En de dijk of kade langs zo'n zeeg werd dan natuurlijk de zeegdijk genoemd. Het werd ook wel geschreven als seechdijc, zeechdijck en zegedijc, zoals in dit citaat: "(Lieden uit Herwijnen) hebben daer (te Heukelom) duergesteken enen zeechdijck, dat een waterkeringe is, twelke die van Huekelem weder toegedijct hebben." Al in de zestiende eeuw kwam de door assimilatie gewijzigde vorm zeedijck voor, zoals hier: "in desen ampte (tusschen Maas en Waal) heeft K(eizerl.) M(ajest.) geen diensten anders dan clockengeslach tot oorlooge ende op den dijck ende in quaede wegen, zeedijcken, slaipperdijcken ende diergelijcke"

Volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal (waar ik deze citaten vond) werd het woord zeeg in verschillende streken van Gelderland en Overijssel gebruikt. Ik sluit daarom niet uit dat de Zeedijken in Culemborg en Haaksbergen ooit ook als zeegdijken zijn aangelegd.

In de meeste gevallen is een Zeedijk echt gewoon een dijk die beschermt tegen de zee. Maar soms is het dus de naam van een middeleeuws dijkje langs een afwateringskanaal in de polder.



Reacties

Rob Essers zei…
Dat 'zeegdijk' een oude naam voor de dijkjes die men aan het eind van de middeleeuwen haaks op de rivier aanlegde, is volgens mij niet helemaal juist. Ik betwijfel of zegen haaks op de rivier werden aangelegd. Dat een dijk langs een zeeg 'zeegdijk' werd genoemd, klinkt alleszins aannemelijk.

Het begrip 'zeeg' is streekgebonden. Elders wordt zo'n afwateringskanaal 'wetering' genoemd. In de gemeente Nijmegen liggen of lagen de zegen allemaal ten noorden van de rivier de Waal en de weteringen ten zuiden daarvan.

Helaas zijn zijn de namen van veel watergangen (openbare ruimte van het type 'water') niet vastgesteld door het bevoegde gemeentelijke orgaan en is er dus geen brondocument ingeschreven in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Daardoor dreigen namen verloren te gaan.

Park Lingezegen is in 2006 genoemd naar de zegen in het stroomgebied van de rivier de Linge. Ik heb mij destijds nog bemoeid met de juiste schrijfwijze. De jury gaf de voorkeur aan de naam Park Lingezeegen. Op de registratie van de naam in de BAG rust geen zegen. Geen van de betrokken gemeentebesturen heeft de naam formeel vastgesteld.
Anoniem zei…
Je verzint het niet. Dank voor het uitzoeken!

Populaire posts van deze blog

Wat is de echte Monopoly-stad van Nederland? En waar ligt Ons Dorp?

Een tijd geleden heb ik al eens uitgelegd wie de straatnamen heeft gekozen voor het Nederlandse Monopoly-spel. De Nederlandse editie van het spel was de eerste waarin straatnamen uit verschillende steden werden gebruikt. Dus vroeg ik me af: is er misschien toch één stad te vinden die al die straatnamen heeft? Dan zouden ze daar mooi hun geheel eigen editie van het spel kunnen maken. Tijdens die zoektocht diende nog een tweede vraag zich aan: waar ligt Ons Dorp? Laten we eerst eens even kijken hoe bijzonder die straatnamen uit het Monopoly-spel eigenlijk zijn. In de top-10 met straatnamen die in het Nederland het meest voorkomen, staat één straat uit Monopoly: de Dorpsstraat . Die komt in Nederland 315 keer voor, van Aalsmeer tot Zwolle. De Brink komt 67 keer voor, van Almelo tot Zuidwolde. Op 43 plaatsen ligt een Steenstraat , van Alphen aan den Rijn tot in Zwolle. Dan komen we bij een bijzonder geval: de Houtstraat komt 32 keer voor in Nederland (van Almere tot Wolvega), maar vreemd

Wie heeft de straatnamen van Monopoly gekozen?

De Barteljorisstraat, Neude, A-Kerkhof en de Kalverstraat. Iedereen kent de straatnamen uit het Monopoly-spel. Maar waarom hebben nou juist deze straatnamen een plekje in het spel gekregen? Waarom heeft men uit Rotterdam niet de Weena of de Lijnbaan gekozen, en voor Amsterdam de P.C. Hooftstraat? En waarom zitten Haarlem en Arnhem er wel in, en Maastricht en Eindhoven niet? Wie heeft dat allemaal bedacht? Voor de geschiedenis van het spel gaan we even helemaal terug naar 1904. Elizabeth Magie vroeg toen patent aan op het bordspel ' The Landlord's Game '. Geïnspireerd door dat spel liet Charles Darrow in 1934 in eigen beheer 5000 exemplaren van het spel 'Monopoly' maken en die waren binnen een jaar verkocht. Toen toonde Parker Brothers interesse om het spel in de Verenigde Staten uit te geven. Zij verkochten binnen een jaar meer dan een miljoen exemplaren. De populariteit van het spel bleef niet onopgemerkt en de Engelse firma Waddington kocht in 1936 de rechten o

Wat is in Nederland de langste straat met één naam?

De Oudebildtdijk in de Friese gemeente Het Bildt wordt vaak de langste straat van Nederland genoemd. De straat loopt van Westhoek naar Oudebildtzijl en is volgens Google Maps in totaal 12,1 kilometer lang. Dat is best een eind inderdaad. Maar is het daarmee inderdaad de langste straat van Nederland? En meer specifiek: de langste straat die van begin tot eind dezelfde straatnaam heeft? Ik zal het maar meteen verklappen: dat is dus niet. Als je gaat zoeken naar 'langste straat van Nederland' kom je allerlei straatnamen tegen. Ik zag dat ergens iemand de Voorstraat in Dordrecht noemde, maar die is 'slechts' 1.200 meter en daarmee met afstand niet de langste. De Laan van Meerdervoort in Den Haag wordt ook vaak genoemd, maar die is met een lengte van 5.800 meter ook zeker niet de langste straat van Nederland. Hier en daar lijkt men dat door te hebben, want daar noemt men het specifiek de langste láán van Nederland. Ik vind gemakkelijke een paar straten die een stuk la

Op hoerenjacht met drie groene eikels en een vette knol - de bijzondere straatnamen van Enkhuizen

In lijstjes met bijzondere of vreemde straatnamen kom je vaak dezelfde namen tegen. De Dubbeleworststeeg in Amsterdam bijvoorbeeld, of de Eendekotsweg in Gapinge. Opvallend is dat er in die lijstjes altijd wel één of meer straatnamen uit Enkhuizen staan, zoals de Hoerejacht of Tussen Hel en Vagevuur . Hoe komt Enkhuizen aan die bijzondere straatnamen? Enkhuizen is een eeuwenoud stadje. Zeshonderd jaar geleden was het een haven- en vissersdorp aan de Zuiderzee. In 1356 kreeg het stadsrechten. Aan het eind van de middeleeuwen werden er havens gegraven en men legde vestingwerken aan. Dat leidde tot een bloeitijd in de zeventiende eeuw: Enkhuizen had toen een eigen kamer van de VOC en het had de grootste haringvloot van de Nederlanden. In die tijd ontstonden straatnamen nog in de volksmond; straten werden genoemd naar een opvallend kenmerk zoals een groot gebouw, de handel die er werd gedreven of een afbeelding op een uithangbord. De Breedstraat was gewoon een opvallend 'breede&#